Connie de Jonge
De Telegraaf, 12 oktober, 2023
Samenvatting:
In een recent artikel gaat De Telegraaf in op de uitspraak van de Amsterdamse rechtbank, een overwinning voor de autonomie van Temper-werkers. Het artikel rapporteert dat de Amsterdamse rechtbank de vakbonden FNV en CNV in het ongelijk heeft gesteld door te stellen dat zij niet bevoegd zijn om de ongeveer 15.000 werkers die via het Temper-platform werken te vertegenwoordigen. Deze beslissing markeert een juridische strijd—die inmiddels ruim twee jaar duurt—waarin de vakbonden probeerden om zelfstandigen als werknemers te categoriseren. Deze stap wordt nu door de recente uitspraak van de rechtbank tegengehouden.
Medeoprichter Niels Arntz prees de beslissing van de rechtbank als "historisch" en herhaalde dat de meer dan 30.000 gebruikers van het platform bewust op zoek zijn naar een flexibele, niet-traditionele arbeidsverhouding. Dit in tegenstelling tot de vakbonden, die aandrongen op arbeidscontracten.
De uitspraak van de rechtbank werd beïnvloed door ongeveer 15.000 uitzendkrachten die eerder dit jaar via een opt-out e-mail actief hun ongenoegen aan de vakbonden kenbaar hadden gemaakt. Deze werknemers zien hun werk via het platform als een waardevolle, flexibele manier om bij te klussen, in een vorm die verschilt van een conventionele tijdelijke baan. Dit gevoel weerspiegelt een breder perspectief dat in scherp contrast staat tot het beeld dat de vakbonden schetsen van Tempers concept als een moderne vorm van de uitbuiting van arbeid.
Terwijl de vakbonden hun juridische strijd verwoorden als principieel, en trachten te voorkomen dat het platform een zelfstandig ondernemerschap aanmoedigt dat bijdragen aan het Nederlandse sociale stelsel omzeilt, erkent de rechtbank het substantiële aantal werknemers dat dit perspectief niet deelt. De rechters stellen voor om collectieve actie alleen te beëindigen in zaken die direct verband houden met de belangen van mensen die via het Temper-platform werken.
FNV Sectorbestuurder Handhaving & Flex Erik Pentenga toonde zich teleurgesteld. Hij noemde de beslissing van de rechtbank twijfelachtig en beschuldigde Temper van het verspreiden van verkeerde informatie. De rechters verwierpen deze claim echter, stelden dat het verweer faalde en benadrukten de noodzaak van duidelijke regels met betrekking tot platformwerk in Nederland.
Deze ontwikkeling voegt een nieuw hoofdstuk toe aan de voortdurende strijd tussen vakbonden en opkomende gig economy-platforms. Terwijl de juridische strijd met Uber en Deliveroo voortduren, suggereert de beslissing van de rechtbank dat het opstellen van goede regels voor platformwerk een cruciale taak blijft. De uitspraak weerspiegelt een evenwichtsoefening tussen werkers die streven naar autonomie en vakbonden die pleiten voor bredere maatschappelijke bijdragen in een werkgelegenheidslandschap dat voortdurend in ontwikkeling is.