De zzp-regels van 2025: wat je wil weten als organisatie

Nicky
22
October
2024
0 leestijd

Vanaf 2025 zal de Belastingdienst scherper handhaven op situaties van evidente schijnzelfstandigheid, aangezien het handhavingsmoratorium op de wet DBA zal worden opgeheven. Hoewel er in de praktijk niet ontzettend veel zal veranderen, is het, als je met zelfstandigen werkt, wel belangrijk dat je weet hoe je een arbeidsrelatie op de juiste manier kwalificeert. In dit artikel lees je wat er precies verandert en hoe jij kunt anticiperen.


Over de wet DBA

In 2016 is de wet DBA ingevoerd met het doel om meer duidelijkheid te geven over hoe arbeidsrelaties gekwalificeerd moeten worden en om schijnzelfstandigheid te voorkomen. Maar de wet bracht niet de duidelijkheid die nodig was en zorgde meteen voor veel onrust bij organisaties, opdrachtgevers en zzp’ers. 

Schijnzelfstandigheid is een situatie waarin iemand op papier als zzp’er werkt, terwijl deze persoon in werkelijkheid als werknemer aangenomen had moeten worden.

Vanwege de onrust in de markt werd het handhavingsmoratorium ingesteld. Concreet houdt dit in dat de Belastingdienst niet actief controleert, en ook niet met terugwerkende kracht boetes of naheffingen oplegt, tenzij er sprake is van kwaadwillendheid of de Belastingdienst een zogenaamde aanwijzing heeft afgegeven die niet wordt opgevolgd. Met deze aanwijzing heb je als onderneming de tijd om de arbeidsrelatie opnieuw vorm te geven om schijnzelfstandigheid te voorkomen.

Lees meer over wat de DBA-wetgeving voor jou als opdrachtgever betekent in ons artikel. 


Belangrijke wijzigingen zzp-wetgeving in 2025

Nu, negen jaar na de invoering van de wet, is besloten het handhavingsmoratorium op te heffen, wat opnieuw voor onrust heeft gezorgd in de markt, vanwege de onzekerheid en angst voor boetes en naheffingen. Als reactie hierop heeft de Tweede Kamer onlangs verschillende belangrijke moties aangenomen, waaruit blijkt dat er sprake zal zijn van een ‘zachte landing’ en de focus vooral ligt op het voorkomen van misstanden en het aanpakken van extreme gevallen van schijnzelfstandigheid. 

Dit betekent dat de Belastingdienst zich zal richten op problematische gevallen zoals gedwongen zelfstandigheid, onderbetaling, evidente schijnzelfstandigheid en arbeidsmigratieconstructies. Hierdoor krijgen bedrijven en zzp'ers de ruimte om hun samenwerking voort te blijven zetten zonder angst voor boetes en naheffingen.

Voor de zelfstandigen die via Temper werken is geen sprake van wantoestanden of  misstanden. Zelfstandigen die via Temper werken, doen dit volledig vrijwillig – er is dus geen sprake van gedwongen zelfstandigheid. Daarnaast verdienen ze altijd ruim boven het wettelijk minimumloon, hebben ze de vrijheid om zich te laten vervangen, kunnen ze onderhandelen over hun tarief, werken ze altijd voor meerdere opdrachtgevers en dragen zij zelf het commercieel risico. Deze factoren zijn duidelijke aanwijzingen dat er sprake is van zelfstandig ondernemerschap.

Heb jij als opdrachtgever twijfels over hoe je kunt bepalen wat de juiste arbeidsrelatie is? Lees ons blog over het bepalen van de juiste arbeidsrelatie inclusief een handige scorecard.


Wat zijn de implicaties van deze nieuwe regels voor opdrachtgevers?

In tegenstelling tot wat veel mensen denken, zijn er in 2025 geen nieuwe regels van kracht. De wet (wet DBA) blijft ongewijzigd, en ook de criteria (vanuit het Deliveroo-arrest) om te bepalen of iemand als werknemer of als zelfstandige werkt blijven hetzelfde. Dat betekent echter niet dat je als opdrachtgever achterover kan leunen.

Het belangrijkste verschil is dat de Belastingdienst per januari 2025 direct, en dus zonder eerst een aanwijzing te geven, over kan gaan tot het opleggen van een naheffing voor de loonbelasting bij schijnzelfstandigheid. Deze naheffingen gelden alleen voor de periode vanaf 1 januari 2025. De belastingdienst heeft aangegeven daarnaast geen boetes op te leggen, en ook de zzp’ers zelf in eerste instantie te ontzien.

Voor opdrachtgevers betekent dit daarom dat ze alert moeten zijn op hoe ze zzp'ers inzetten binnen hun organisatie. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat er geen sprake is van een arbeidsrelatie die door de Belastingdienst als een dienstbetrekking kan worden aangemerkt. 

Wat het daadwerkelijke risico is op naheffingen, lees je hieronder. 


Wat is het risico op naheffingen en boetes van de Belastingdienst?

Voordat de Belastingdienst naheffingen kan opleggen bij schijnzelfstandigheid (altijd pas vanaf het jaar dat het handhavingsmoratorium wordt opgeheven), moet eerst worden vastgesteld dat er sprake is van een dienstbetrekking tussen de opdrachtgever en opdrachtnemer. In de praktijk blijkt dit vaak een ingewikkeld proces te zijn waarbij de exacte aard van de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer beoordeeld moet worden. Het is daarbij belangrijk om naar alle relevante feiten en omstandigheden te kijken, de zogenaamde holistische toets.

De Belastingdienst heeft aangegeven controles uit te voeren volgens het zogenoemde schillenmodel. Wat kort gezegd inhoudt dat wanneer een organisatie bij de eerste controle kan aantonen dat ze actief maatregelen neemt tegen schijnzelfstandigheid, de Belastingdienst niet meteen verder onderzoek zal doen ('niet door naar de volgende schil’). Daarnaast heeft de Belastingdienst uitgesproken dat ze in 2025 heel terughoudend zullen zijn met het opleggen van boetes.

Lees in dit document welke stappen je kan nemen om de eerste schil goed in te richten. 

Hoe voorkom ik schijnzelfstandigheid?

Het voorkomen van schijnzelfstandigheid begint met duidelijkheid. Voldoet de opdracht nog steeds aan de voorwaarden om iemand als zelfstandige in te huren? Er zijn in totaal negen criteria opgesteld, de zogenoemde gezichtspunten, waar de Belastingdienst naar zal kijken om te bepalen of er sprake is van schijnzelfstandigheid. Deze gezichtspunten worden holistisch getoetst. Dit betekent dat voor elke zaak alle gezichtspunten samen in overweging worden genomen. 

Dit is een belangrijke nuance, want soms wijst één criterium meer op een werknemersrelatie, en een ander op een opdrachtrelatie. Daarom wordt de zaak als geheel beoordeeld om te bepalen welke factoren het zwaarst wegen.

Bekijk de volledige lijst met alle negen gezichtspunten en toepassingen in ons blogartikel of via onze handige scorecard.

En wat als een zzp’er dezelfde werkzaamheden uitvoert als de vaste werknemers?

Veel ondernemers werken met zzp’ers die werkzaamheden uitvoeren die ook door het eigen personeel worden uitgevoerd en vragen zich hierbij af of er sprake is van schijnzelfstandigheid.

Als een barista in een koffiebar hetzelfde werk doet als het vaste personeel, kan dit inderdaad ‘inbedding van werk’ zijn – het werk van de professional komt sterk overeen met het werk van de werknemers. Zoals eerder besproken, moet er echter naar alle feiten en omstandigheden gekeken worden. Inbedding is slechts één van de negen gezichtspunten. Daarnaast is er nog een onderscheid te maken tussen inbedding van het werk en inbedding van de werkende. In deze situatie zijn er verschillende omstandigheden van belang om te bepalen of er sprake is van schijnzelfstandigheid, denk aan:

  • De zelfstandige werkt enkel korte opdrachten
  • De zelfstandige werkt voor meerdere opdrachtgevers
  • De zelfstandige beslist zelf of deze een opdracht wel of niet aanneemt
  • De zelfstandige kan zelf onderhandelen over het uurtarief
  • De zelfstandige kan vervanging zoeken
  • De zelfstandige  gedraagt zich als commercieel ondernemer en draagt zelf het commerciële risico als bijvoorbeeld een factuur niet wordt betaald. 

Het gaat dus niet alleen om het inbedding van werk – er zijn veel meer omstandigheden van belang om te bepalen of er sprake is van schijnzelfstandigheid. Ontdek hoe al deze omstandigheden eruit zien in ons artikel: Hoe bepaal je de juiste arbeidsrelatie met de arbeidskrachten binnen jouw organisatie?


Hoe beschermt Temper opdrachtgevers?

Temper is vanaf het allereerste begin ontwikkeld als een platform waarop zelfstandigen gemakkelijk interessante opdrachten kunnen vinden. Mensen die via Temper werken worden dus niet opgeroepen en zijn volledig vrij om zelf te bepalen waar, wanneer en voor welk tarief ze aan de slag gaan. Deze dynamiek zorgt voor een grote mate van vrijheid, wat vaak niet aan de orde is als er een dienstbetrekking wordt aangegaan.

Meerdere opdrachtgevers

Via Temper is het verder enkel mogelijk om korte opdrachten aan te gaan. Een shift op het platform duurt gemiddeld 6.5 uur, en zelfstandigen werken voor een breed scala aan verschillende opdrachtgevers. Daarnaast is Temper het enige platform in Nederland dat gebruikmaakt van de 660-urenregeling. Deze regeling, die in overleg met de Belastingdienst is opgesteld, zorgt ervoor dat zzp’ers nooit langer dan 660 uur voor dezelfde opdrachtgever aan de slag kunnen. Op deze manier worden zzp’ers gestimuleerd om voor meerdere opdrachtgevers opdrachten te doen. 

Onderhandelen over het uurtarief & vrije vervanging

Zelfstandigen die via Temper werken hebben ook de mogelijkheid om via het platform te onderhandelen over hun tarief. Daarnaast kunnen ze zich zowel via het platform, als daarbuiten om, vrij laten vervangen. Beide zijn niet enkel een theoretische mogelijkheid, maar komen in de realiteit ook veelvuldig voor. Ook deze kenmerken zijn duidelijke contra-indicaties voor het bestaan van een dienstbetrekking tussen opdrachtgever en werkende. 

Commercieel risico

Tot slot versturen zzp’ers via het platform facturen (incl. de juiste toepassing van BTW) naar opdrachtgevers. Ze lopen daarbij ook commercieel risico. Als de opdrachtgever niet betaalt, of er een dispuut ontstaat, ligt het risico daarvoor bij de zelfstandige.

Voor opdrachtgevers bieden deze maatregelen extra bescherming, omdat het duidelijkheid schept over de relatie met de zzp’er. Het helpt bedrijven om aan te tonen dat zij de wet volgen en dat er geen sprake is van verkapt dienstverband.

Wil je meer weten over werken met zzp’ers via Temper en een flexibele schil rond je bedrijfskern bouwen? Boek een gratis demo en we vertellen je er graag meer over. Heb je vragen over de zzp regels in 2025? Neem hier contact met ons op.